Hoe deze suikertoet er uit zag, is niet bekend. Ze kregen dit van hun ouders, peetouders, vrienden en bekenden etc. Voor deze kinderen waren er huisjes van peperkoek, gevuld met allerhande lekkers, en suikertoeten. Dit sloeg op de ontwikkeling van het kind dat voor het eerst naar school ging of voor het eerst ter communie ging. In Duitsland kende het volk een gezegde: Zij hebben de kinderschoenen uitgetrokken en aan de kerk- of schooldeur laten staan. Aan de eerste communicantjes werd een glas wijn geschonken. Na de dienst werd het versierde brood vervolgens door de jongens- en meisjescommunicanten in een stoet naar de pastorie gedragen, waar meneer pastoor dat geschenk ieder jaar met gespeelde verrassing in ontvangst nam en op koffie met taart trakteerde. Het versierde, piramidevormige brood (waarschijnlijk een suikerkegel) werd eerst op het altaar gezet zodat alle gemeenteleden hem konden bewonderen. Deze traditie zou hier – en elders - hebben plaatsgevonden tot 1927. Het brood werd daarna plechtig op de Communiebank gelegd en was uiteindelijk bestemd voor de pastoor. Een jongen en een meisje droegen daarbij een suikerbrood de kerk binnen dat was versierd met wimpels en papier. Tijdens de Passiezondag werd in het Belgische Norduwiz de Plechtige Communie gehouden. Op het platteland, in de Antwerpse Kempen, bestond de bakkersgift uit een groot rozijnenbrood. In de volksbuurten van Antwerpen schonk de buurtbakker aan de kinderen van zijn klanten een melkbrood zonder een bepaalde naam, maar wel van speciale kwaliteit. Voor werklieden was er wittebrood met koffie of beziekoeken. Voor de boeren stonden er rijstepap of pannenkoeken op tafel. Gegoede Vlamingen aten op deze speciale dag krentenbrood of wafels. De kinderen die het meest hun best hadden gedaan tijdens de lessen nodigden andere communicantjes uit op een feestje, waarbij vaak krenten- en koekebrood met koffie of chocolademelk werden aangeboden. Hier en daar kregen de kinderen, na het afroepen van hun naam, een groot koekebrood. Aan dit onderricht was vroeger in tal van plaatsen een wedstrijd verbonden. Ter voorbereiding van de Eerste Communie werd aan de kinderen les gegeven in de vorm van het Catechismus. Paus Pius X verschoof in 1910 het gebeuren naar de leeftijd van circa zeven jaar. Vroeger vond de eerste communie plaats als een kind omstreeks twaalf jaar werd. De eerste en plechtige communie was en is een hoogtepunt in het leven van een kind.